Om in het donker te kunnen leven hebben nachtvlinders zich op allerlei manieren aangepast. s'Nachts zijn ogen niet zo nuttig. Nachtvlinders gebruiken daarom hun voelsprieten als "neus" om voedsel of een partner te vinden. Bij sommige soorten hebben de mannetjes extreem grote sprieten, waarmee ze een vrouwtje al op kilometers afstand kunnen ruiken. Ook felle kleuren om vijanden af te schrikken zijn niet zichtbaar in het donker. Veel soorten nachtvlinders hebben daarom geen felle kleur, maar een camouflagepatroon. Daardoor vallen ze overdag niet op wanneer ze op een boom zitten te rusten. Soorten als de huismoeder ( Noctua Pronuba ) hebben alleen een felle kleur op de ondervleugels. In rust zijn deze niet zichtbaar, maar bij verstoring laat hij ze zien om zijn vijand te laten schrikken. s'Nachts is het een stuk koeler dan overdag en een nachtvlinder kan zich niet opwarmen in de zon. Toch moeten vlinders zich opwarmen om te kunnen vliegen. Veel soorten hebben daarom stevige vliegspieren. Door met de spieren te trillen warmen ze zich op tot de juiste temperatuur om te kunnen vliegen. De dichte beharing die veel nachtvlinders hebben zorgt ervoor dat de warmte wordt vastgehouden
|
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
February 2016
Categories
All
|